FAQ
Wij geven hieronder antwoord op al uw vragen.
Wij geven hieronder antwoord op al uw vragen.
De kavel komt door middel van registratie in het kadaster volledig in uw eigendom en als eigenaar bent u verantwoordelijk voor het beheer. U bent dus ook volledig onafhankelijk van RDW Vastgoed b.v. Alleen u bepaalt wat met uw kavel gebeurt mits er geen sprake is van een bestemmingswijziging of een onteigening.
De verkoopprijs wordt in eerste instantie bepaald door de agrarische waarde (i.e. de waarde conform de huidige bestemming) vermeerderd met een opslag voor de verkopende boer die meestal ook weet dat zijn perceel potentie heeft. Daarnaast moet de rentmeester voor zijn werkzaamheden worden betaald. Meestal koopt de rentmeester om zijn kosten te dekken zelf of middels een vennootschap het perceel aan en verkoopt deze vervolgens tegen verhoogde prijs door aan RDW Vastgoed b.v.
Vervolgens maakt RDW Vastgoed b.v. voor de aangeboden percelen kosten voor o.a. bodemonderzoek en verkaveling en tenslotte wil RDW Vastgoed b.v. vanzelfsprekend ook nog wat winst overhouden.
RDW Vastgoed b.v. hanteert een verkoopprijs die zo’n 3,0 keer de inkoopprijs (inclusief direct aan het perceel gerelateerde kosten) bedraagt om voorgaande financiële posten te kunnen dekken en een marge voor zichzelf over te houden.
Direct gerelateerde kosten zijn o.a. de courtage van de rentmeester, notaris- en kadasterkosten voor de inkoop van RDW Vastgoed b.v., het bodemonderzoek, eventuele afkoopkosten voor een gebruiksrecht of andere rechten die de oorspronkelijke eigenaar had.
Zodra de koopovereenkomst is ondertekend, wordt deze doorgestuurd aan onze notaris. Van hem ontvangt u een conceptakte van levering, een nota van afrekening en als u dit wenst een volmachtformulier.
Vóór de datum waarop het eigendom van een kavel door de notaris wordt overdragen van RDW Vastgoed b.v. naar u, dient u de volledige aankoopsom zoals vermeld op de nota van afrekening betaald te hebben aan de notaris (op zijn derdengeldenrekening).
U kunt bij deze overdracht aanwezig zijn, maar dit is geenszins noodzakelijk. U kunt ook gewoon een volmacht ondertekenen bij een notaris bij u in de buurt.
De notaris meldt na overdracht bij het kadaster dat u eigenaar bent geworden. Enige dagen na de levering ontvangt u van de notaris de officiële akte van levering. Van het kadaster ontvangt u een bevestiging dat u de geregistreerde eigenaar bent. Dit kan een paar weken tot een paar maanden duren.
Hierbij omschrijven we de stappen die normaalgesproken doorlopen moeten worden vanaf uw aankoopbeslissing tot de daadwerkelijke levering van het verkochte; de routing. In de praktijk wordt hier wel eens van afgeweken:
Wanneer u tijdens het telefoongesprek met onze accountmanager besloten heeft om te investeren, worden uw gegevens geregistreerd en wordt u kort na het gesprek met de accountmanager benaderd door het Nederlands Agrarisch Verbond b.v. Als externe onafhankelijke dienstverlener voor RDW Vastgoed b.v. verzorgt NAV de compliance, administratie en notariële begeleiding. In een kort telefoongesprek worden met u de gemaakte afspraken gecontroleerd. Hierbij wordt ook nagegaan of u zich bewust bent van de mogelijke risico’s en worden een aantal aanvullende controlevragen gesteld om er zeker van te zijn dat we met de juiste verwachting bij u aanschuiven tijdens de afspraak met onze buitendienstmedewerker.
Wanneer het gesprek met onze buitendienstmedewerker naar tevredenheid verloopt en al uw vragen zijn beantwoord, tekenen u en onze buitendienstmedewerker beiden de koopovereenkomst in tweevoud. Eén exemplaar is voor uw eigen administratie de ander wordt meegenomen door onze buitendienstmedewerker zodat deze kan worden doorgestuurd aan onze notaris.
De notaris maakt op basis van de overeenkomst een dossier voor u aan en stelt een conceptakte en een nota van afrekening voor u op. In de conceptakte worden verdere details uitgewerkt die in de koop-verkoop-overeenkomst staan genoemd. De conceptakte is in feite een concept van de uiteindelijke akte van levering. Zowel u als koper en RDW Vastgoed b.v. als verkoper wordt gevraagd of de conceptakte goed is.
De nota van afrekening meldt de totale som van uw aankoop dus naast de (eventuele) kosten voor het kavel staan hierop o.a. de kosten voor het kadaster, de kosten van de notaris en de overdrachtsbelasting.
U wordt de keuze geboden om een afspraak bij de notaris te maken om zelf bij de passering aanwezig te zijn of om de aankoop via een volmacht door de behandelend notaris te laten uitvoeren. Wanneer u ervoor kiest om via een volmacht te laten passeren dan zal u een standaard volmachtformulier worden toegestuurd. Met dit volmachtformulier dient u dan naar een notaris bij u in de buurt te gaan. In bijzijn van deze lokale notaris moet u dan de volmacht ondertekenen op vertoon van uw legitimatiebewijs. De lokale notaris controleert of de handtekening die u op de volmacht zet, overeenkomt met de handtekening die op uw legitimatiebewijs staat en of u werkelijk de persoon bent welke de volmacht moet tekenen. Met andere woorden controleert hij of u dezelfde persoon bent als de persoon die op de foto van het legitimatiebewijs staat.
Hetgeen de lokale notaris doet wordt ‘legalisatie’ genoemd. Voor een legalisatie moet u een afspraak maken bij een lokale notaris. Vaak is het zo dat als u ‘s morgens belt, u ’s middags al langs kunt gaan. Meestal brengt een lokale notaris geen kosten in rekening voor het legaliseren van een volmacht. Mocht dit wel gebeuren, dan is dit hoogstens zo’n € 45,-.
Met het ondertekenen van de volmacht geeft u een medewerker van de transporterende notaris het recht om voor u te mogen handelen bij de overdracht van het eigendom van het kavel van RDW Vastgoed b.v. aan u. Overigens is het belangrijk te weten dat de notaris onpartijdig is. Hij kijkt of de koper en verkoper goed weten wat zij gaan doen en controleert middels onderzoek in het kadaster of het kavel waarover het gaat, vrij verhandeld mag worden.
Voor de datum van de overdracht moet u de totale som, zoals vermeld op de nota van afrekening, betaald hebben op de derdengeldenrekening van de notaris.
Een derdengeldenrekening wordt ook wel een kwaliteitsrekening genoemd. Feitelijk is dit een gewone bankrekening waarop de notaris alleen maar gelden mag ontvangen- en waarvandaan hij mag betalen aangaande transacties waarbij hij als notaris betrokken is. Het is slechts een soort doorgeefluik. Hij mag bijvoorbeeld op deze rekening geen betalingen ontvangen voor het werk wat hij (zijn kantoor) zelf verricht heeft of betalingen doen voor bijvoorbeeld salarissen van zijn medewerkers.
Bij de overdracht bent u dus wel of niet persoonlijk aanwezig. In het laatste geval heeft u dan een volmacht getekend. De datum van overdracht is normaal gesproken zo’n twee à drie weken na het ondertekenen van de koopovereenkomst.
Na de overdracht meldt de notaris bij het kadaster dat u eigenaar van het kavel geworden bent. Het kadaster wijzigt navolgend het register. Een dag later controleert de notaris of het kadaster de wijziging correct heeft ingevoerd in het register. Is dit het geval, dan betaalt de notaris de koopsom vanaf de derdengeldenrekening uit aan RDW Vastgoed b.v.
Een paar dagen tot een paar weken later ontvangt u van de notaris de officiële akte van levering. Dit is uw eigendomsbewijs. Tevens ontvangt u een paar weken later van het kadaster een schrijven waaruit blijkt dat u als eigenaar van het kavel in het register ingeschreven bent. Daarmee is de volledige transactie afgerond.
Samengevat bent u gedurende dit traject dus betrokken bij:
Als u zonder volmacht wil werken, moet u bij de overdracht aanwezig zijn.
De aankoop is veilig. Onroerend goed, ook wel vastgoed of registergoed genoemd, staat geregistreerd bij het kadaster.
In het register staat vermeld wie de eigenaar van het onroerend goed is en of er bijvoorbeeld een hypotheek op zit.
Bovendien kan onroerend goed alleen verkocht/gekocht worden door tussenkomst van een notaris.
Een notaris is beëdigd door de koningin en dient bij een koop/verkoop onpartijdig zijn. Hij dient te controleren of zowel de verkoper als de koper weet wat hij verkoopt/koopt en wat daarbij de consequenties zijn.
Dit wordt de zorgplicht van de notaris genoemd.
Ja. U gaat een juridisch bindende overeenkomst aan. Deze kan niet eenzijdig ontbonden worden. U moet dus een weloverwogen besluit nemen alvorens u tekent.
Ja. Omdat de grond, net zoals bijvoorbeeld een koophuis, volledig in uw bezit is, is het te allen tijde vrij verhandelbaar.
Wel is het aan te bevelen de grond zo lang mogelijk in bezit te houden, omdat u dan vaak meer voor de grond krijgt.
Een investering in grond is een langetermijninvestering.
Ondanks het feit dat grond in het verleden altijd een stabiele waardeontwikkeling heeft laten zien, valt er vooraf niet te bepalen hoeveel de waarde van de grond zal zijn op het moment van verkoop.
Ja, dat is mogelijk. Voorwaarde hierbij is wel dat de begunstigde op de hoogte is van de consequenties en akkoord gaat met de notariële overdracht.
Als de begunstigde jonger dan 18 jaar is, zal de wettelijke voogd moeten tekenen.
Al staat de grond op naam van deze minderjarige begunstigde, de wettelijke voogd zal verantwoordelijk zijn tot het 18e jaar.
Aan een schenking kunnen fiscale gevolgen zitten.
U kunt uw kinderen per jaar € 5.320 (2017) belastingvrij schenken. U kunt eenmalig een schenking doen van € 25.526 (2017) aan kinderen tussen 18 en 40 jaar.
Het kan interessant voor u zijn om middels een belastingvrije schenking u kind(eren) een kavel te geven.
U heeft dan een belastingvrije vermogensoverheveling gedaan zonder dat u kind(eren) snel kunnen beschikken over liquiditeit.
Dit kunt u natuurlijk met de eenmalige vrijgestelde schenking doen, maar ook met de jaarlijkse vrijgestelde schenkingsmogelijkheden.
Als u bijvoorbeeld aan het einde van een jaar een schenking van € 5.320,- aan een kind doet en aan het begin van het volgende jaar dit weer doet, kunt u de schenking betalen op de derdengeldenrekening van een notaris.
Aan het begin van het tweede jaar staat er dan voor een kind € 10.640,- geparkeerd op een derdengeldenrekening.
Een mooi bedrag waarmee al een leuke kavel aangekocht kan worden voor uw kind.
Het gebruik van de door RDW VASTGOED gekozen notaris voor een bepaald perceel is efficiënter, dus bij voorkeur niet. Natuurlijk kunt u uw “eigen” notaris gebruiken voor het legaliseren van een volmacht. Op die manier kunt u bij een door u bekende notaris alle eventuele vragen stellen.
In uiterst zeldzame gevallen kan er een onteigeningsprocedure tegen u gestart worden. De overheid moet zich dan wel aan strenge regels houden. U wordt of schadeloos gesteld, of u kunt onder een onteigening uit komen door zelf te gaan realiseren.
Uw grond kan alleen onteigend worden wanneer de rechter dit heeft besloten.
Voorafgaand aan de onteigening zijn er bepaalde regels waaraan de overheid zich moet houden. De overheid moet aantonen dat de onteigening noodzakelijk en urgent is en het algemeen belang dient. Verder moet de voormalige eigenaar een passende schadeloosstelling ontvangen. De eigenaar mag door onteigening niet voor- en achteruit gaan in inkomen of vermogenspositie. Verder moet de overheid het goed eerst op een minnelijk manier proberen te verkrijgen.
U kunt echter ook het aan de onteigening ten grondslag liggende bestemmingsplan zelf uitvoeren: zelfrealisatie.
Indien u dat doet, kan er geen onteigening plaatsvinden. U moet het plan dan wel uitvoeren op de manier die de gemeente voor ogen had.
In de praktijk is onteigening, zeker van de percelen die RDW Vastgoed b.v. in de markt zet, vrij lastig.
RDW VASTGOED verkoopt haar percelen in de regel aan meerdere eigenaren die allemaal via een inschrijving in het kadaster een specifiek oppervlakte op naam hebben. De overheid zal in geval van onteigening tegen elke eigenaar apart een onteigeningsprocedure moeten starten. Dit is een tijdrovend en kostbaar traject. Financieel gezien is het voor een gemeente/overheid vaak voordeliger om een marktconforme prijs voor de grond te betalen.
In principe maakt het niet uit welk kavel u binnen een bepaald perceel krijgt.
Het is niet ondenkbaar dat er maar een gedeelte van een perceel betrokken raakt bij een bestemmingsplanwijziging. Daarom heeft het onze voorkeur om niet al te grote percelen te verwerven. Als er een bestemmingsplanwijziging komt, dan is de waarschijnlijkheid groter dat dit geldt voor het gehele perceel. Het is voor u dus naar alle waarschijnlijkheid niet van belang welk kavel u binnen een perceel krijgt.
Bij een bestemmingswijziging wordt ieder kavel binnen het perceel evenveel waard. Of er nu op uw kavel een woonhuis, een parkje, een weg of bijvoorbeeld een schooltje komt, de kopende partij zal voor iedere m2 hetzelfde betalen. Als er een nieuwe woonwijk wordt aangelegd, dan moeten alle zogenaamde ‘bovengrondse voorzieningen’ aanwezig zijn. Stel dat er een woonhuis gebouwd zou worden zonder toegangsweg(en), dan zou niemand geïnteresseerd zijn om dat woonhuis te kopen. De weg is namelijk belangrijk voor de waarde van het huis.
Vroeger was dit wel anders. Toen was het een soort loterij. Had je pech, dan kwam er op jouw kavel een stuk groenvoorziening en waren deze m2’s minder waard dan van de persoon die het geluk had dat er op zijn kavel een huis werd gebouwd. Maar dit geldt gelukkig niet meer.
U kunt u altijd beroepen op uw recht tot zelfrealisatie. Als u na een bestemmingsplanwijziging zelf zou willen ontwikkelen, dient u wel eerst een bouwplan bij de desbetreffende gemeente in te dienen.
Hier kunt u een architect voor inhuren. U zult er rekening mee moeten houden dat uw bouwplannen stroken met het dan geldende bestemmingsplan. Hierin staat onder andere vermeld wat u mag bouwen en aan welke voorwaarden dit moet voldoen.
Vaak heeft u om hiervoor in aanmerking te komen wel een kavel van een bepaald minimumoppervlakte nodig.
Bij het beoordelen van een perceel zijn er twee criteria waarnaar als eerste wordt gekeken.
Pas als een perceel hieraan voldoet, worden er criteria gehanteerd die de kans op een waardestijging doen verhogen. De eerste twee criteria waaraan ieder perceel moet voldoen zijn:
Daarnaast worden er criteria gehanteerd die de kans op een waardestijging moeten verhogen. Dit kunnen zaken zijn zoals:
RDW Vastgoed b.v. streeft met al haar percelen naar een gezonde balans tussen verkoopprijs en potentie. RDW VASTGOED tracht hiermee een situatie voor haar investeerders te creëren, waarbij het voor hen theoretisch niet uitmaakt welk kavel op welk perceel zij aankopen.
AFM staat voor “Autoriteit Financiële Markten”. Het is een zelfstandig bestuursorgaan met wettelijke taken en bevoegdheden en is de gedragstoezichthouder op de financiële markten in Nederland. De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beleid en de wetgeving op het gebied van financiële markten (zoals vastgelegd in de Wet financieel toezicht, hierna “Wft”), terwijl de AFM toezicht houdt op de naleving ervan. Deze wet- en regelgeving geldt niet alleen voor financiële ondernemingen (zoals banken, verzekeraars, vermogensbeheerders of tussenpersonen), maar ook voor accountants, bedrijven die aandelen uitgeven, pensioenuitvoerders en consumenten.
RDW Vastgoed b.v. is een aanbieder van grondposities in Nederland. Dit staat gelijk aan bijvoorbeeld een makelaar van woningen. Ondanks dat we spreken van een investering is vastgoed op de manier waarop het door RDW Vastgoed b.v. wordt aangeboden geen financieel product. Bij het passeren van de koopakte bij de notaris, verkrijgen onze kopers het volledige eigendom van de grond en zijn zij daarna zelf verantwoordelijk voor het beheren ervan. Vanwege deze structuur staat het huidige door RDW Vastgoed b.v. aangeboden product niet onder toezicht van de AFM en is RDW Vastgoed b.v. evenmin vergunningplichtig ingevolge de Wft.
Net zoals bijvoorbeeld spaargelden en een aandelenportefeuille, zult u het aankoopbedrag van de grond op moeten geven in box 3.
Hierover wordt (boven de vrijstelling) 1,2% vermogensrendementsheffing geheven. Voor de hoogte van uw totale inkomstenbelasting heeft dit geen invloed.
U heeft namelijk een andere vermogenspositie, zoals spaargeld, omgezet in een kavel.
Het totaal van uw vermogen is hiermee niet gewijzigd.
Voor iedere portemonnee is er een mogelijkheid. RDW Vastgoed b.v. biedt op maat gemaakte kavels waardoor het bijna op een ieders vermogensniveau mogelijk is om te investeren in Nederlandse grond. Wel is investeren in grond niet iets voor een korte duur.
U moet een langere periode het investeringsbedrag kunnen missen.
Bij een bestemmingsplanwijziging vindt er een verandering plaats van het grondgebruik of van de maximale hoogte en breedte van bouwwerken. In de praktijk kan dit bijvoorbeeld inhouden dat grond die als agrarisch bestemd was, voortaan gebruikt mag worden voor woningbouw of industrie. Anders dan in het verleden hoeven bestemmingsplanwijzigingen niet meer goedgekeurd te worden door de provincie. Mede hierdoor is de bestemmingsplanprocedure verkort van ongeveer een jaar naar ongeveer een half jaar.
Als een gemeente een bestemmingsplan wil gaan opstellen of herzien, zet zij eerst de wensen en ideeën op papier en wordt er een voorontwerp-bestemmingsplan opgesteld. De gemeente peilt vervolgens de mening van de bevolking en van andere belanghebbenden. Via een bewonersbrief en een publicatie op de website van de gemeente wordt kenbaar gemaakt dat het voorontwerp vier weken ter inzage ligt en dat er een informatieavond plaatsvindt. U kunt uw mening schriftelijk kenbaar maken bij de gemeente.
Vervolgens gaat de gemeente met de inspraakreacties aan de slag en stelt zij een ontwerp-bestemmingsplan op. Hierin wordt vermeld wat er is gedaan met de inspraakreacties. Op de website van de gemeente en in de Staatscourant wordt aangekondigd dat dit ontwerp gedurende zes weken voor iedereen ter inzage ligt op het gemeentehuis (maar ook vaak in de bibliotheek) en is het tevens te raadplegen op internet. U kunt in deze periode van zes weken het plan inzien en uw zienswijze schriftelijk of mondeling aan de gemeenteraad kenbaar maken. Uw mondelinge zienswijze wordt via de behandelend ambtenaar kenbaar gemaakt. De zienswijzen worden naar de leden van de ‘hoorcommissie’ (een aantal leden van de raadscommissie ‘Ruimte Wonen en Natuur’) gestuurd. Deze bepaalt welke zienswijzen nader mondeling toegelicht moeten worden door de bezwaarmakers. Het verslag van de hoorzitting wordt als bijlage bij het raadsvoorstel gevoegd. Na de periode van (de overigens wettelijk bepaalde minimale termijn van) zes weken dat het plan ter inzage heeft gelegen, moet de gemeenteraad het bestemmingsplan binnen twaalf weken vaststellen. De gemeenteraad moet bij dit besluit ingaan op de manier waarop er met de zienswijzen is omgegaan. Als niemand zienswijzen heeft ingediend, heeft de gemeente acht weken om het plan vast te stellen. Binnen twee weken nadat het bestemmingsplan is vastgesteld, moet het plan gedurende een periode van zes weken ter inzage worden gelegd. Het bestemmingsplan wordt zes weken na vaststelling ter inzage gelegd, als door Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie of de inspecteur van VROM een zienswijze is ingediend en deze niet is overgenomen, of indien bij de vaststelling wijzigingen in het plan zijn aangebracht, anders dan op grond van een zienswijze van GS of de inspecteur. Het bestemmingsplan wordt zeven weken na vaststelling van het bestemmingsplan ter inzage gelegd, indien GS of de minister een reactieve aanwijzing (het onderdeel waarop de aanwijzing betrekking heeft, blijft dan geen onderdeel uitmaken van dat plan) hebben gegeven.
Gedurende zes weken heeft iedereen de gelegenheid om het plan in te zien. Ook dat wordt op de website van de gemeente en in de Staatscourant gemeld. Wanneer u vindt dat de gemeenteraad niet of onvoldoende met uw belangen rekening heeft gehouden, heeft u vanaf het moment dat het plan ter inzage is gelegd zes weken de tijd om bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag beroep in te dienen. U kunt ook beroep indienen wanneer de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan wijzigingen heeft aangebracht waar u het niet mee eens bent. U mag alleen beroep indienen als u eerder bij de gemeenteraad al een zienswijze heeft ingediend, behalve als er bij de vaststelling iets is vastgesteld wat niet in het ontwerpbestemmingsplan stond. Ook mag u beroep indienen als u niet eerder in staat bent geweest om een zienswijze bij de gemeenteraad tegen het ontwerpbestemmingsplan in te dienen. In dat geval moet u echter wel kunnen aantonen dat dit aan u redelijkerwijs niet verweten kan worden en dient u daarnaast ook een belanghebbende te zijn.
De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag moet in principe binnen 12 maanden een beslissing nemen. Van belang hierbij is wel, dat u een ‘belanghebbende’ moet zijn. Indien u dat niet bent, kunt u geen beroep instellen. Hierdoor is het in principe mogelijk, dat u in het voorafgaande bestemmingsplantraject wel zienswijzen bij de gemeenteraad kon indienen (dat kan namelijk door iedereen), maar niet in beroep kan gaan tegen het besluit van de gemeenteraad om het bestemmingsplan vast te stellen (daarvoor moet u namelijk ‘belanghebbende’ zijn). Een belanghebbende is volgens de Algemene wet bestuursrecht ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. In dat geval houdt het voor u na het bekend worden van het besluit van de gemeenteraad op voor wat betreft de mogelijkheden om rechtens tegen het bestemmingsplan in geweer te komen.
Het bestemmingsplan treedt in werking nadat de termijn van zes weken dat het plan na vaststelling ter inzage ligt is verstreken. De gemeente kan dan beginnen met de uitvoering van het plan of onderdelen daarvan.
Stel dat u wilt voorkomen dat het plan in werking treedt, dan moet u tegelijk met het beroep dat u bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State instelt, bij de voorzitter van die afdeling een ‘verzoek om een voorlopige voorziening’ indienen. Hiermee vraagt u voor het onderdeel van het plan waar u het niet mee eens bent om een schorsing van het besluit van de gemeenteraad. Dat betekent dat, indien de voorzitter u gelijk geeft, de gemeente bijvoorbeeld geen bouwvergunning kan afgeven.
Dit zal net als uw overige bezittingen, met tussenkomst van een notaris, naar uw erfgenamen gaan.
Op een perceel kan er een winstdelingsclausule – ook wel meerwaardebeding genoemd – rusten. Een winstdelingsclausule is opgenomen in het koopcontract en omschrijft de afdracht van koper bij een onherroepelijk goedgekeurde bestemmingsplanwijziging waarbij koper een positieve meerwaarde realiseert. Deze afdracht wordt in procenten aangegeven en geheven over de winst. Onder winst wordt verstaan; het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs, inclusief overdrachtskosten. Vooral in het verleden is een winstdelingsclausule veel in de overeenkomsten verwerkt. De laatste jaren komt dit steeds minder voor en bij de door RDW Vastgoed b.v. aangeboden percelen zult u hier nooit mee te maken krijgen.
Als de overheid kosten heeft gemaakt voor een herinrichting van het landschap, maakt zij aanspraak op ruilverkavelingsrente.
Ruilverkaveling komt tot stand doordat uit het ruimtelijke ordeningsbeleid, milieubeleid of plattelandsbeleid, gronden worden herverdeeld die eigendom zijn van agrariërs.
Zo kan het zijn dat een agrariër meer of minder gronden overhoud na de ruilverkaveling. Naast de kosten voor het organiseren van de ruilverkaveling moet er ook verrekend worden met de agrariërs.
Een agrariër die meer gronden heeft gekregen moet betalen en een agrariër die minder gronden heeft gekregen, krijgt betaald.
De ruilverkavelingsrente is de methode waarmee dit alles verrekend wordt. De overheid financiert alles voor en krijgt middels deze rente haar geld terug.
De eventuele ruilverkavelingsrente die u moet betalen kan bij uw aangifte inkomstenbelasting worden afgetrokken.
Als er op een perceel ruilverkavelingsrente rust, dan wordt dit in het kadaster geregistreerd onder de benaming “zakelijke lasten”.
De rol van een gemeente is een beetje vreemd. Zij zijn degene welke invulling geven aan de toekomstige ruimtelijke ordening.
Zij bepalen (binnen door de landelijke en provinciale overheid vastgestelde criteria) welke gebieden binnen een gemeente van bestemming wijzigen.
Daarnaast is een groot deel van hun inkomsten afhankelijk van het zelf inkopen van percelen voor een bestemmingswijziging en het doorverkopen van deze gronden aan projectontwikkelaars na de wijziging.
Dit twee petten systeem is eigenlijk niet erg chique. Het is te vergelijken met handel in aandelen met voorkennis.
Gemeenten zijn niet erg blij met de particuliere grondinvesteerders zoals u en daarmee met organisaties als RDW VASTGOED.
Mocht u voor aankoop van een kavel verdere informatie willen ontvangen van de betreffende gemeente dan zult u in de meeste gevallen te horen krijgen dat het betreffende gebied in de komende tientallen jaren niet van bestemming zal wijzigen.
Een leugentje om bestwil!
Een bestemmingsplan beschrijft wat er met de ruimte in een bepaald gebied mag gebeuren. Het plan omschrijft het heden.
Bestemmingsplannen bevatten niet alleen regels over het gebruik van grond, maar ook over bijvoorbeeld de maximale hoogte en breedte van bouwwerken. Zo wordt er voorkomen dat er bijvoorbeeld op agrarische grond woningen worden gebouwd, de natuurgebieden beschermd blijven en in woonwijken niet iedereen zomaar een garage of dakkapel kan bouwen.
Een bestemmingsplan is een algemeen verbindend voorschrift (AVV), wat inhoudt dat het bindend is voor burgers, bedrijven en (lokale)overheden. Een gemeente kan een bestemmingsplan herzien, omdat het huidige bestemmingsplan verouderd is of omdat de gemeente een ontwikkeling mogelijk wilt maken die in het geldende bestemmingsplan niet mogelijk is.
Een hedendaagse rentmeester is een (agrarische) vastgoeddeskundige die adviseert en bemiddelt aangaande onroerende zaken.
Het beroep rentmeester gaat terug tot de oudheid. Van oudsher houdt de rentmeester zich met meer zaken bezig dan alleen het innen van renten.
In opdracht van grondeigenaren inde hij rente bij o.a. boeren die de gronden gebruikten.
Bij de Romeinen beheerde de rentmeester vaak niet alleen het onroerend goed, maar zelfs het gehele vermogen van zijn opdrachtgever.
Rentmeesters komen in Nederland al voor in de 14e eeuw.
In de regel werkten zij voor maar één opdrachtgever voor wie zij vaak de vertrouwensman in de ruimste zin van het woord waren.
Het beroep rentmeester is niet wettelijk beschermd. Dat betekent dat iedereen in Nederland, ongeacht opleiding en ervaring, als rentmeester kan opereren.
Ervaren en opgeleide rentmeesters kunnen zich laten beëdigen door de Stichting Rentmeesterkamer.
RDW Vastgoed b.v. werkt samen met zowel beëdigde als niet beëdigde rentmeesters.
In het laatste geval hebben zij hun sporen, dankzij hun kennis en kunde, ruimschoots verdient en werken zij voor of samen met gerenommeerde kantoren.
De hedendaagse rentmeester heeft nog steeds een grote hoeveelheid aan activiteiten.
Hij organiseert pacht- en gebruiksrechtzaken zaken, handelt in quota’s (voor o.a. melk en mest) en is een soort professionele agrarische makelaar.
Als een boer bijvoorbeeld zijn boerderij wilt verkopen dan doet hij dit middels een rentmeester.
Mocht de boerderij samen met de landerijen in een strategisch gunstige locatie liggen dan zocht de rentmeester meestal een koper onder de projectontwikkelaars.
Zij waren vaak geïnteresseerd in een aankoop met de verwachting dat op (langere) termijn ontwikkeld kon gaan worden.
Op deze manier kochten zij goedkoop in.
Door het gewijzigde financiële klimaat zijn projectontwikkelaars niet meer bereid te investeren in gronden welke pas op langere termijn betrokken kunnen raken bij een ontwikkeling.
Zij wensen in de regel slechts gronden aan te kopen waarop binnen ca. 3 jaar gerealiseerd kan worden.
Deze gewijzigde houding van projectontwikkelaars zorgt ervoor dat organisaties zoals RDW Vastgoed b.v. nu ook in de gelegenheid zijn om mooiere percelen met potentiaal aan te kopen.
Dit werkt door naar u, als investeerder.
RDW VASTGOED heeft een perceel gedefinieerd als een stuk grond welke zij aangekocht heeft op een locatie.
Een kavel is een aaneengesloten onderdeel hiervan welke als een geheel verkocht wordt aan een investeerder.
Grond is duurzaam. Grond is schaars en wordt steeds schaarser. Grond is relatief waardevast. Grond is tastbaar.
Grond wordt uw eigendom. Zonder uw goedkeuring kan het niet vervreemd worden. Grondeigendom is een goede manier voor vermogensbehoud en eventueel voor vermogensgroei.
Grond is verhandelbaar, maar koopt u niet voor de korte termijn. Wat zijn de fiscale gevolgen bij een bestemmingsplanwijziging?
Er is een verschil of een kavel privé aangekocht is of bijvoorbeeld via een eenmanszaak of een B.V..
Onafhankelijk of u privé of zakelijk hebt aangekocht, krijgt u na een bestemmingsplanwijziging een WOZ beschikking.
Zolang de bestemming nog landbouwgrond is, bent u hiervoor vrijgesteld.
Als u de grond na bestemmingsplanwijziging verkoopt en u heeft privé geïnvesteerd, dan is de winst vrij van belasting.
Als u via een B.V. heeft aangekocht, dan wordt de winst een onderdeel van de ondernemingswinst en moet u hierover vennootschapsbelasting betalen.
Bij een privé-investering (dit geldt ook bij een eenmanszaak) heeft u bij een verkoop met winst (bijvoorbeeld bij een bestemmingswijziging) wel te maken met een vermogensgroei. Dit heeft gevolgen voor uw aangifte in box 3.
De bemiddelaar/tussenpersoon, RDW VASTGOED (de aanbieder), de notaris en het kadaster.
Nee. Alleen de notariskosten voor de hypotheekakte van een woning zijn fiscaal aftrekbaar. Bij een aankoop van grond is dit niet het geval.
In sommige gevallen dient u jaarlijks ruilverkavelingsrente af te dragen. Dit zijn over het algemeen te verwaarlozen bedragen. In het kadaster kunt u zien of en eventueel hoeveel ruilverkavelingsrente er betaald moet worden. Verder dient u de grondaankoop op te geven in box 3, waardoor u – boven de vrijstelling – 1,2% vermogensrendementsheffing dient af te dragen. Ook dient u waterschapslasten te betalen.
Grond is eigendom en eigendom wordt ook wel vermogen genoemd. Uw vermogen moet u jaarlijks aangeven voor de inkomstenbelasting in box 3. Over vermogen boven een bepaalde vrijstelling moet u 1,2% belasting betalen. Dit wordt de vermogensrendementsheffing genoemd. Bij de aankoop van een stuk grond wijzigt er voor u fiscaal gezien niets. Of u uw vermogen nu aanhoudt op bijvoorbeeld een spaarrekening, of dat u er een kavel mee aankoopt: de heffing in box 3 blijft hetzelfde.
Daarnaast betaalt u waterschapslasten. Dit is een belasting die het waterschap – waarbinnen uw kavel ligt – jaarlijks heft. Hierbij moet u denken aan zo’n € 60 per jaar per hectare (1 hectare is 10.000 m2).
In uitzonderingsgevallen kan een perceel dat RDW VASTGOED in het verleden heeft aangekocht, betrokken zijn geweest bij een ruilverkaveling. Tot 23 jaar na de ruilverkaveling moet er dan een ruilverkavelingsrente worden betaald. Dit is maximaal zo’n € 100 per jaar per hectare.
Ruilverkaveling komt tot stand doordat uit het ruimtelijke ordeningsbeleid, milieubeleid of plattelandsbeleid, gronden worden herverdeeld die eigendom zijn van agrariërs. Zo kan het zijn dat een agrariër meer of minder gronden overhoudt na de ruilverkaveling. Naast de kosten voor het organiseren van de ruilverkaveling, moet er ook verrekend worden met de agrariërs. Een agrariër die meer gronden heeft gekregen moet betalen en een agrariër die minder gronden heeft gekregen krijgt betaald. De ruilverkavelingsrente is de methode waarmee dit alles wordt verrekend. De overheid financiert alles voor en krijgt middels deze rente haar geld terug.
De eventuele ruilverkavelingsrente die u zou moeten betalen, kan bij uw aangifte inkomstenbelasting worden afgetrokken. Als er op een perceel ruilverkavelingsrente rust, wordt dit in het kadaster geregistreerd onder de benaming “zakelijke lasten”.